Acne therapie
Acne is een ontsteking van de talgklierfollikel. In de meeste gevallen begint acne in de puberteit, wanneer de huid onder invloed van androgene (mannelijke) hormonen allerlei veranderingen ondergaat, en verdwijnt meestal rond het 25e levensjaar. Soms ontstaat acne op oudere leeftijd.
Acne kan een groot probleem zijn, vooral door de psychosociale gevolgen. Dat heeft ook te maken met de lokalisatie in het gelaat en de leeftijdsperiode waarin acne voorkomt.
Bij lichte acne zie je een vette huid, mee-eters en enkele puistjes. In ernstiger gevallen ontstaan duidelijk waarneembare ontstekingsverschijnselen en kunnen er ook pijnlijke onderhuidse knobbels (nodi) of met talg gevulde holten (cysten) ontstaan.
Gelukkig is er voor cliënten met acne een scala aan behandelingen beschikbaar. Dat heeft niet alleen te maken met de verscheidenheid van de mogelijke oorzaken waarop de verschillende middelen aangrijpen, maar ook met de verschillende vormen en met de ernst van de acne. Bij de huidtherapie passen wij acnetherapie, glycolzuurpeeling en microdermabrasie toe.
Talgklieren zijn trosvormige klieren en liggen in de oppervlakkige laag van de lederhuid. De meeste talgklieren zijn verbonden aan een haarfollikel of haarzakje. Een of meer talgklieren vormen samen met de haarfollikel en het haarspiertje het haar-talgklier-complex.
De grootste talgklieren bevinden zich op de behaarde hoofdhuid, in het gezicht en op de bovenste delen van de borst en de rug. Op de handpalmen, de voetzolen en tussen de vingers en tenen komen ze niet voor. Op de lippen, de neusvleugels en de tepels bevinden zich talgklieren die niet verbonden zijn aan een haar.
Ontstaan en gevolgen acne
Acne is een ontsteking van de huid rondom de talgklieren (follikels). Bij het ontstaan van acne spelen verschillende factoren een rol. In de meeste gevallen begint acne in de puberteit, wanneer de huid onder invloed van hormonen allerlei veranderingen ondergaat.
De talgklieren in het gezicht, op de rug en de borst worden groter en produceren meer huidsmeer of talg, die bovendien dikker is van samenstelling. Indien er te veel talg wordt afgescheiden, kan de talg zich ophopen. De uitvoergang van de talgklier kan daardoor verstopt raken. Deze talgophopingen worden mee-eters of comedonen genoemd. Er zijn oppervlakkige mee-eters (zwarte comedonen) en meer onderhuids gelegen mee-eters (witte comedonen).
De talgophoping wordt nog versterkt door toegenomen verhoorning van de uitvoergang van de talgklier, waardoor deze nauwer wordt. In de talgklieren bevinden zich bacteriën die de talg omzetten in vetzuren. Door de opgehoopte talg en de irriterende vrije vetzuren zet de verstopte follikel steeds verder uit en scheurt uiteindelijk open. De irriterende stoffen komen in de aangrenzende huid terecht en veroorzaken een ontsteking. Hierdoor ontstaan pukkels en puistjes.
Sommige vormen van acne ontstaan door uitwendige factoren. Meestal gaat het dan om contact met stoffen die een verstopping van de talgklier veroorzaken, zoals bepaalde cosmetica. Ook kan de oorzaak liggen bij oliehoudende of chloorhoudende producten in bepaalde beroepen en industrieën. Ook mechanische factoren (druk en wrijven) kunnen een bestaande acne verergeren. Voorbeelden hiervan zijn acne onder de kinrand van een helm en op het voorhoofd onder een voorhoofdsband.
Tenslotte zijn er nog verschillende geneesmiddelen die kunnen leiden tot het ontstaan of verergeren van acne, bijvoorbeeld prednison en middelen tegen tuberculose en epilepsie.